Rubens als architect
Rubens en Isabella Brant, zijn eerste echtgenote, kopen in 1610 ene huysinge met grond aan de Wapper in Antwerpen, vlakbij de plek waar Rubens als kleine jongen woonde en speelde. De prijs? 8960 gulden en ‘een stuck schilderije bij sijn eigen hand gemaect’ (‘een schilderij van zijn hand’). Rubens wil de woning opknappen en uitbreiden. Hij schetst zelf de plannen voor het nieuwe ontwerp. Hij vindt inspiratie in de antieke Romeinse bouwkunst en bij beroemde schilders-architecten uit de renaissance. Tijdens de verbouwing woont de familie Rubens bij de ouders van Isabella in de Kloosterstraat in Antwerpen.
Oud-Vlaamse stijl
Het eindresultaat mag er zijn: het woonhuis in oud-Vlaamse stijl is uitgebreid met een halfrond overkoepeld beeldenmuseum, een schildersatelier en een tuinpaviljoen. Een indrukwekkend portiek verbindt het bestaande woonhuis met het nieuwe atelier en biedt een mooie doorkijk naar de tuin en het tuinpaviljoen. Rubens bracht zijn ideeën over bouwkunst maar een keer in praktijk, maar hij bleek een archituurkenner van formaat.
Paleis aan de Schelde
De verbouwingen verleenden de woning het uitzicht van een Italiaans palazzo en belichaamden Rubens’ artistieke idealen: de kunst van de Romeinse oudheid en de Italiaanse renaissance. In zijn huis bracht hij een internationaal vermaarde collectie bijeen van antieke beelden en schilderijen. De pracht die Rubens hiermee tentoonspreidde was in de Nederlanden ongeëvenaard.
Vandaag is zijn ‘Paleis aan de Schelde’ een van de bekendste kunstenaarswoningen in de wereld.