Overslaan en naar de inhoud gaan

Isabella Brant

Portret van Rubens' eerste echtgenote, 1625

Isabella Brant, de eerste vrouw van Peter Paul Rubens. Ze trouwden op 3 oktober 1609 in de Sint-Michielsabdij en kregen drie kinderen: Clara, Albert en Nicolaas.

Mijn knappe man Peter Paul Rubens en ik

Peter Paul en ik hebben elkaar leren kennen op het bruiloftsfeest van zijn broer, in 1609. Ik was toen achttien jaar. We zijn hetzelfde jaar nog getrouwd. Halsoverkop, bijna. Wat was ik trots op mijn knappe, goed opgevoede, begaafde  verloofde.

 

Ons huis en 3 lieve kinderen

Eerst woonden we in het huis van mijn ouders, in de Kloosterstraat. Daar zijn onze twee oudste kinderen geboren, mijn lieve, vieve Clara Serena in 1611 en mijn lieve, slimme Albert in 1614. Toen kochten we ons huis aan de Wapper, waar onze speelvogel Nicolaas ter wereld kwam.

Peter Paul wilde graag dat ons huis hem aan Italië herinnerde, waar hij acht jaar had gewoond. Hij ontwierp een bijzondere portiek in Italiaanse stijl tussen onze binnenplaats en onze tuin met rozen, tulpen, druiven en kamperfoelie.

Hij is filosofisch aangelegd, mijn man, hij liet mooie spreuken uit de oudheid in het portiek beitelen. “De goden houden meer van de mensen dan de mensen van zichzelf,” staat er. "Ik weet dat het waar is, want anders zou ik het niet overleefd hebben, de ziekte en de dood van onze Clara Serena, toen ze twaalf was. Iets gaf me toen de kracht om voort te leven, ja zelfs om Peter Paul te troosten. Ik moest sterk zijn voor mijn man en onze zoons."

Het leven is goed, hier in ons huis. Peter Paul heeft een groot atelier, daar is dikwijls bezoek van interessante gasten uit het buitenland, van kunstliefhebbers en schilders en wetenschappers. Dan geef ik onze maarte Magdalene de opdracht om een feestmaal klaar te maken; in onze eetkamer genieten we dan van pastei en zoete wijn uit het zuiden, terwijl het licht van de kaarsen het goudleer doet glanzen.

 

Mijn thuis

Mijn man kreeg hier meteen belangrijke opdrachten om schilderijen te maken voor onze kerken, en voor onze burgemeester. In een kistje in onze slaapkamer bewaar ik nog het paar geborduurde handschoenen dat ik van de opdrachtgevers ten geschenke kreeg toen Peter Paul De Kruisafneming voltooide voor onze kathedraal. U kunt dat schilderij daar nog steeds gaan bekijken, u heeft er zeker al eens van gehoord?  Wanneer ik die handschoenen draag, voel ik me helemaal verbonden met onze mooie stad, helemaal thuis. En dat is een zeer kostbaar gevoel.

 

Sprankeling in mijn ogen

Wanneer Peter  Paul me schildert of tekent, legt hij een sprankeling in mijn ogen en een glimlach om de lippen – hij zegt dat hij wil vastleggen hoe ik lach en hoe ik hém aan het lachen kan brengen met snelle grapjes en spitse antwoorden. Hij verwent me! Lang nadat ik er niet meer zal zijn, zullen mensen nog kunnen zien hoe ik eruitzag, die gedachte vind ik wonderlijk.

Schrijf je in op de nieuwsbrief