Was je tuinman in de 17de eeuw? Dan had je het getroffen. Was je een goede tuinman? Dan vertrouwden edellieden en welgestelden je hun hof toe. Ze betaalden je dan ook een aanzienlijk loon om hun tuin elk seizoen op zijn mooist te krijgen. Een smaakvolle tuin bleek een grasgroen visitekaartje. Met andere woorden: als je het nodige geld had om je tuin aan te pakken, hoorde je bij de happy few.
Bij een tuinonderhoud kwam heel wat kijken. Van spitten, zaaien en mesten tot hakken, wieden en het schilderen van latwerkjes en poorten. Het is een lijstje dat zowat op élk tuincontract uit die tijd terug te vinden is. Van alles wat je met het blote oog kon spotten boven de grond, tot alles wat eronder lag. Bij Rubens was het net zo. Tuinmannen Willem en Jaspar bundelden de krachten met keukenmeid Willemyne om het beste van elk seizoen op tafel te brengen.